Nokia 6820 - Instellingen voor e-mail

background image

Instellingen voor e-mail

U kunt de verbindingsinstellingen voor e-mail van de netwerkoperator of
serviceprovider ontvangen als OTA-bericht. Zie

Dienst voor OTA-instellingen

op

pagina

45

voor meer informatie over het ontvangen van instellingen als OTA-

bericht (over-the-air).

De instellingen handmatig intoetsen

Druk op

Menu

en selecteer achtereenvolgens

Berichten

,

Berichtinstellingen

en

E-

mailberichten

.

• Selecteer eerst

Actieve e-mailinstellingen

en activeer de set waarin u de

verbindingsinstellingen wilt opslaan. Selecteer

Bewerk actieve e-

mailinstellingen

en wijzig de actieve instellingen.

Selecteer de instellingen één voor één en toets alle vereiste instellingen in.
Neem contact op met de netwerkoperator of e-mailprovider voor deze
instellingen.

Mailboxnaam

. Toets de naam in die u voor de mailbox wilt gebruiken. U

kunt elke gewenste naam gebruiken.

background image

Copyright

©

2004 Nokia. All rights reserved.

102

E-mailadres

. Toets het e-mailadres in.

Mijn mailnaam

. Toets uw naam of alias in. Uw naam en e-mailadres worden

weergegeven.

Uitgaande (SMTP) server

. Toets het adres van de server in.

Type inkomende server

. Selecteer

POP3

of

IMAP4

, afhankelijk van het type

e-mailsysteem dat u gebruikt. Als beide typen worden ondersteunt,
selecteert u

IMAP4

. Als u het servertype wijzigt, wordt ook het

poortnummer voor inkomende e-mail gewijzigd.

• Als u het servertype

POP3

hebt geselecteerd, worden

Inkomende (POP3)

server

,

POP3-gebruikersnaam

en

POP3-wachtwoord

weergegeven. Als u

het servertype

IMAP4

hebt geselecteerd, worden

Inkomende (IMAP4) server

,

IMAP4-gebruikersnaam

en

IMAP4-wachtwoord

weergegeven. Toets het

serveradres voor binnenkomende e-mail in en geef vervolgens de
gebruikersnaam en het wachtwoord op om toegang te krijgen tot de e-
mailaccount. Als u geen

SMTP-gebruikersnaam

of

SMTP-wachtwoord

hebt

gedefinieerd, gebruikt de e-mailserver in plaats daarvan de POP3/IMAP4-
gebruikersnaam en het POP3/IMAP4-wachtwoord.

Overige instellingen

en selecteer:

Ondertekening bijvoegen

. U kunt een handtekening definiëren die

automatisch aan het einde van uw e-mailbericht moet worden
toegevoegd wanneer u het bericht opstelt.

SMTP-verificatie gebruiken

. Als uw e-mailprovider verificatie eist voor

het verzenden van e-mailberichten, selecteert u

Ja

. Verder moet u uw

SMTP-gebruikersnaam

en

SMTP-wachtwoord

definiëren.

background image

Menufuncties

103

Copyright

©

2004 Nokia. All rights reserved.

SMTP-gebruikersnaam

. Toets de gebruikersnaam voor uitgaande e-mail

in die u van de e-mailprovider hebt ontvangen.

SMTP-wachtwoord

. Toets het wachtwoord in dat u voor uitgaande e-

mailberichten wilt gebruiken.

Uitgaande (SMTP) poort

. Toets het nummer van de serverpoort voor

uitgaande e-mail in. De meest gebruikte standaardwaarde is 25.

Als u het servertype

POP3

hebt geselecteerd, worden de volgende opties

weergegeven:

Inkomende (POP3) poort

. Toets het poortnummer in dat u van de e-

mailprovider hebt gekregen.

Antwoordadres

. Toets het e-mailadres in waarnaar de antwoorden

moeten worden gestuurd.

Beveiligde aanmelding

. Selecteer

Beveiligde aanmelding aan

als voor de

verbinding een gecodeerde aanmelding nodig is. Als dit niet het geval is,
laat u

Beveiligde aanmelding uit

ingeschakeld. Raadpleeg de

serviceprovider als u niet zeker bent. Het gebruik van gecodeerde
aanmelding verhoogt de veiligheid voor gebruikersnamen en
wachtwoorden. De beveiliging van de verbinding zelf wordt hierdoor
niet verhoogd.

E-mails ophalen

. Geef aan hoeveel e-mailberichten u per keer wilt

ophalen.

background image

Copyright

©

2004 Nokia. All rights reserved.

104

SMTP-verbindingsinstellingen

om de verbindingsinstellingen voor

uitgaande e-mail te definiëren. Zie

De dienstinstellingen handmatig

intoetsen

op pagina

177

.

POP3-verbindingsinstellingen

om de verbindingsinstellingen voor

inkomende e-mail te definiëren. Zie

De dienstinstellingen handmatig

intoetsen

op pagina

177

.

Selecteer de instellingen één voor één en toets alle vereiste instellingen
in. Neem contact op met de netwerkoperator voor de instellingen.

Als u het servertype

IMAP4

hebt geselecteerd, worden de volgende

opties weergegeven:

Inkomende (IMAP4) poort

. Toets het poortnummer in dat u van de e-

mailprovider hebt gekregen.

Antwoordadres

. Toets het e-mailadres in waarnaar de antwoorden

moeten worden gestuurd.

E-mails ophalen

. Geef aan hoeveel e-mailberichten u per keer wilt

ophalen.

Ophaalmethode

. Selecteer

Laatste e-mail

als u alle nieuwe e-

mailberichten wilt ophalen of selecteer

Laatste ongelez.

als u alleen de

ongelezen e-mailberichten wilt ophalen.

SMTP-verbindingsinstellingen

om de verbindingsinstellingen voor

uitgaande e-mail te definiëren. Zie

De dienstinstellingen handmatig

intoetsen

op pagina

177

.

background image

Menufuncties

105

Copyright

©

2004 Nokia. All rights reserved.

IMAP4-verbindingsinstellingen

om de verbindingsinstellingen voor

inkomende e-mail te definiëren. Zie

De dienstinstellingen handmatig

intoetsen

op pagina

177

.

Selecteer de instellingen één voor één en toets alle vereiste instellingen
in. Neem contact op met de netwerkoperator voor de instellingen.